IJSKELDER. In een heuvel tussen het koetshuis en de vijver in landschapsstijl een gaaf bewaarde ijskelder, bestaande uit een met koepelgewelf overdekte ruimte, voorafgegaan door een rechttoelopend voorportaal.
Oorspronkelijk werd het ijs via een cilindervormige gemetselde bepleisterde opening boven op de heuvel loodrecht op het koepelgewelf in de kelder geworpen. Naderhand is op de cilindervormige opening een aan de zijden opengewerkte metalen rondbouw met puntvormig toelopend dak geplaatst en doet de opening dienst als ontluchtingskanaal. De aan de noordzijde van de genoemde heuvel gesitueerde ingangspartij bestaat uit een bakstenen gevel (met houten deur) met overhoeks geplaatste steunberen met versnijdingen. Elke versnijding is afgedekt met een schuin aflopende laag van bakstenen, die bepleisterd is. De gevel wordt aan zijn top beëindigd door een bepleisterde bakstenen lijst, die op de hoeken horizontaal gericht is en naar het midden schuin oploopt in een tuitstuk.
In de noordelijke steunbeer is een natuurstenen plaat gemetseld met de inscriptie: "L.V. 8 dec. 1894".
| Bron: RCE Rijksmonumenten Dataset, Tabel 2 (2009) |